tips:
benoem de dingen die hij begrijpt.
als hij een autotje pakt, pak er dan ook 1 en doe presies wat hij doet zo zie je dat hij het leuk vind. dan pas kun je zeggen auto of broem broem.
begin met kijken wat hij doet, hem te volgen in wat hij doet en dan pas toe te voegen nieuwe woorden leren.
dit zijn de dingen die ik heb geleerd in de cursus:
1 Volgen
Ouders leren het initiatief bij het kind te laten door te volgen wat het kind wil, in plaats van meteen het initiatief over te nemen. Dat betekent goed kijken, wachten en luisteren. Zo leren ze hun kind kennen en begrijpen, ze zien wat het kind interesseert en hoe het communiceert. Daarbij kijken we ook naar het maken van oogcontact, van gebaren, aanrakingen,... Vaak zijn ouders te snel in hun interacties. Kinderen hebben tijd nodig om vragen te stellen en te communiceren. Door te kijken, te wachten en te luisteren volgen de ouders het kind en geven ze hun kind die tijd.
2 Aanpassen
Ouders gaan hun houding en manier van communiceren aanpassen. Ze gaan veel activiteiten samen met hun kind ondernemen, zorgen dat ze op ooghoogte met het kind zijn en het kind laten weten dat ze geïnteresseerd zijn in wat het doet. Ouders leren het taalniveau van hun kind te onderscheiden om hun acties en taal aan te passen aan dat niveau.
3 Toevoegen
Nu komt het moment om taal en ervaring toe te voegen in de interactie met het kind. De ouders krijgen praktische tips over hoe ze in dagelijkse situaties taal kunnen toevoegen op het niveau van hun kind, zodat het kind er ook echt wat aan heeft.
heb je specifieke vragen, vraag gerust.