quote: Christa reageerde document.write(friendlyDateTimeFromStr('24-08-2007 22:33:41&apos

);
1. ik vond het kolven niet erg, maar kwam er achter dat ik heel weinig voeding in mijn borstvoeding had zitten, er lag maar een heel klein laagje vet op en de rest was heel waterig.
2. Ook moest mijn dochtertje vaak huilen als ze 2 borsten had gehad, ik dacht dat ze zuigbehoefte had, dus ging de speen erin en dan werd ze wel stil, maar ze kwam wel erg vaak.
3. Toen ik ging werken heb ik wel gekolfd, maar het lukte me niet om voor een hele dag voeding te kolven,
Hoi Christa,
Ik kan me voorstellen dat je door deze borstvoedingservaring misschien onzeker bent geworden. Hopelijk kan de volgende informatie iets van deze onzekerheid wegnemen? Ik heb de punten even genummerd, dat antwoordt wat gemakkelijker .
1. Vroeger dacht men inderdaad aan de kleur en de waterigheid te kunnen zien dat er niet voldoende voedingsstoffen in moedermelk zouden zitten. Niets blijkt minder waar te zijn: de kleur en waterigheid van moedermelk zegt niets over de voedingswaarde ervan. Er zijn door de jaren heen ontzettend veel onderzoeken naar gedaan en telkens weer is gebleken dat moedermelk alle benodigde voedingsstoffen bevat voor een gezonde groei en ontwikkeling. De samenstelling van moedermelk verandert met de maand, de week, de dag en zelfs gedurende een voeding; aan het begin van een voeding zal de baby de minder vette voormelk drinken en naarmate het voeden vordert, wordt de melk steeds vetter. Voormelk gaat geleidelijk aan over in achtermelk. Een baby heeft die vette achtermelk nodig om verzadigd van te raken en om lekker van te groeien. Daarom is het ook zo belangrijk om de borst goed leeg te laten drinken. Verder is gebleken, dat naarmate er minder tijd tussen twee voedingen zit, de melk vetter blijft. Andersom geldt ook: naarmate er meer tijd tussen twee voedingen verstrijkt, wordt de melk minder vet. Lactatiekundige Nanny Gortzak geeft op haar site een hele goede uitleg over voor- en achtermelk: Ecoparents-Voor/achter.
Kort samengevat hoef je aan de kwaliteit van jouw melk echt niet te twijfelen, die is gewoon goed. Het borstvoedingsbeleid (goed aanleggen, vaak genoeg aanleggen, lang genoeg laten drinken, geen tepelhoedjes gebruiken) is bepalend voor het welslagen van borstvoeding. Een goede begeleiding en de juiste, volledige informatie zijn daarbij van groot belang.
2. Er kunnen meerdere oorzaken zijn waardoor je dochtertje nog huilde na een voeding; op dit moment heb ik te weinig achtergrondinformatie om gericht aan te kunnen geven wat misschien de oorzaak zou kunnen zijn geweest. Je geeft aan dat je dochtertje erg vaak kwam. Weet je nog op hoeveel voedingen ze zat?
Te weinig voeding is in ieder geval iets waar veel moeders bang voor zijn. Op een borst staan inderdaad geen maatstreepjes. Specifieke richtlijnen maken het mogelijk om te bekijken of je baby voldoende binnenkrijgt. Een baby krijgt voldoende binnen als ze ongeveer zeven voedingen per etmaal krijgt (voor een jonge baby is acht voedingen per etmaal het minimum, bij borstvoeding is er geen sprake van een maximum), 100-200 gram per week groeit (gerekend vanaf het laagste gewicht na het geboortegewicht), flinke plasluiers maakt (in ieder geval zes kletsnatte katoenen luiers of vier zware wegwerpluiers per etmaal; de urine moet licht van kleur zijn en mag niet sterk ruiken), regelmatig zachte, lichtgekleurde ontlasting heeft (de eerste weken ongeveer vier maal daags ter grootte van een flinke munt) en tevreden en alert is.
Een baby heeft inderdaad een grote zuigbehoefte. Het is echter niet aan te raden om een baby die borstvoeding krijgt, de eerste vier tot zes weken een fopspeen te geven. Dit i.v.m. de kans op zuigverwarring (het drinken aan de borst vereist een specifieke techniek, die door (fop)speengebruik kan worden ondermijnd), maar ook om de kans op het uitstellen of zelfs overslaan van voedingen te voorkomen. Een jonge baby kan zich namelijk dermate tevreden stellen met het zuigen op een fopspeen, dat hongersignalen die ze normaal af zou geven daardoor vervagen of uitblijven en voedingen worden uitgesteld of zelfs worden overgeslagen. Uiteindelijk kan het dan zijn, dat de baby stelselmatig te weinig voeding binnenkrijgt en dus lijdt aan stille ondervoeding.
3. Kolven is echt iets wat je moet leren, je moet leren om een toeschietreflex op te wekken. Door het kolven regelmatig te oefenen zul je de techniek steeds beter onder de knie krijgen en zal de kolfopbrengst ook steeds meer en beter worden. Door de borst zo goed mogelijk leeg te kolven (een borst is nooit helemaal leeg), kolf je ook de vette achtermelk af. Op www.borstvoeding.com is meer informatie te vinden, waarmee het kolven kan worden vergemakkelijkt: Bv.com-Hoe kolf ik genoeg melk.
Je zou kunnen overwegen om de informatiebijeenkomsten bij te wonen, die de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk in heel Nederland organiseert? Contactpersonen van de VBN hebben, met hun eigen borstvoedingservaring als basis, een opleiding gevolgd via hun organisatie en geven wetenschappelijk verantwoorde informatie over borstvoeding. Tijdens de bijeenkomsten komen meerdere aspecten van borstvoeding aan bod, zoals de werking van de borst, het aanleggen van de baby, borstvoeding in de praktijk en het afkolven van moedermelk. Er is gelegenheid om ervaringen uit te wisselen, vragen te stellen en twijfels bespreekbaar te maken; breng gerust ter sprake wat je bezighoudt. De informatie die tijdens de bijeenkomsten wordt gegeven, vormt een stevige basis voor het starten met borstvoeding. Voor meer informatie en adressen bij jou in de buurt kun je terecht op www.borstvoedingnatuurlijk.nl .
Succes met de laatste loodjes!
Groetjes van Yvonne