Hoi ik heb dit bestand ontvangen van onze klinisch geneticus. Ik heb besloten mezelf te laten vaccineren. Afspraak staat voor het pfizer vaccin.
Inleiding
Sinds 6 januari 2021 is in ons land begonnen met vaccinatie tegen COVID-19 met het Pfizer-
BioNtech mRNA-vaccin en het Moderna mRNA-vaccin. Sinds 12 februari 2021 is ook het
AstraZeneca-vaccin beschikbaar en sinds 21 april 2021 het Janssen-vaccin.
Onderstaande adviezen gelden alleen voor deze momenteel in Nederland gebruikte vaccins.
Bij introductie van andere vaccins zal dit standpunt worden gereviseerd.
De Amerikaanse en Engelse wetenschappelijke verenigingen van gynaecologen (American
College of Obstetricians and Gynecologists (ACOG) en Royal College of Obstetricians and
Gynaecologists (RCOG)) hebben bij het begin van de vaccinaties een advies gepubliceerd
over de vaccinatie met deze vaccins tijdens en rondom de zwangerschap. Waar de ACOG
vanaf het begin van de vaccinaties het algemene advies gaf om alle zwangere vrouwen te
vaccineren, omdat zwangerschap een relatief hoog risico vormt voor ernstige of kritische
COVID-19, adviseerde de RCOG in eerste instantie om niet routinematig alle zwangere
vrouwen te vaccineren maar dit te beperken tot kwetsbare zwangere vrouwen met
onderliggende ernstige aandoeningen. Per 16 april 2021 adviseert nu ook de RCOG om alle
zwangere vrouwen te vaccineren met één van de mRNA-vaccins. Dit is gebaseerd op het feit
dat inmiddels in de Verenigde Staten 90.000 zwangere vrouwen zijn gevaccineerd met deze
mRNA-vaccins zonder duidelijke bijwerkingen.
Een tweede argument is de overtuiging dat zwangere vrouwen met COVID-19 een groter
risico hebben op het ontwikkelen van ernstige en kritieke COVID-19 dan niet zwangere
vrouwen, hoewel de absolute kans op het ontwikkelen van ernstige en kritieke COVID-19
voor zwangere vrouwen nog steeds klein is. Dit blijkt ook uit cijfers van de Nederlandse
registratie van zwangere vrouwen met COVID-19 (Netherlands Obstetric Surveillance
System (NethOSS)). Uit de NethOSS-gegevens volgt eveneens dat bepaalde zwangere
vrouwen meer risico lijken te hebben op ernstige of kritische SARS-CoV-2-infectie, dit geldt
voor vrouwen ouder dan 35 jaar, met (morbide) obesitas, met ernstige onderliggende
aandoeningen en van niet-Westerse etniciteit.
Een derde argument is meer bescherming van het kind door de passage van antistoffen over
de placenta naar het kind na vaccinatie van de moeder.
Vrijwel alle bekende reguliere vaccins, zoals het griepvaccin en het kinkhoestvaccin, zijn
veilig in de zwangerschap toe te passen. Het COVID-19 vaccin van AstraZeneca en Janssen
lijkt op deze vaccins. Van deze beide vaccins is op dit moment nog onvoldoende bekend
over de veiligheid bij zwangere vrouwen. De inmiddels bekende zeldzame bijwerkingen van
trombose en trombocytopenie komen mogelijk vooral bij jonge vrouwen voor. Het
AstraZeneca-vaccin wordt sinds 2 april 2021 daarom alleen nog toegediend bij personen
ouder dan 60 jaar vanwege de mogelijk ernstige bijwerkingen bij personen jonger dan 60
jaar. Dit vaccin is derhalve niet (meer) geschikt om tijdens de zwangerschap toe te passen.
Voor het vaccin van Janssen is op dit moment nog onvoldoende duidelijk over deze risico’s.
De vaccins van Pfizer-BioNtech en Moderna tegen COVID-19 zijn daarentegen mRNA-
vaccins, een nieuw type vaccin. Op basis van het werkingsmechanisme en de inmiddels
verkregen data over deze vaccins, bestaan er geen redenen om aan te nemen dat de vaccins
tegen COVID-19 schadelijk zouden zijn bij gebruik in de zwangerschap.