Afleiding is op die leeftijd echt nog de allerbeste optie. Zo gaven wij op het aankleedkussen een favoriet speeltje, of flesje water. Nu mag hij zelf iets kiezen om mee te nemen (18 maanden) en dit werkt in 99% van de gevallen perfect!
Daarnaast raken ze nu makkelijk gefrustreerd, ze weten namelijk goed wat ze willen, maar kunnen het nog niet goed zeggen, of snappen niet waarom het niet mag (veters in het stopcontact proberen te stoppen is toch een superleuk spelletje in de ogen van een dreumes). Boos worden heeft niet echt veel zin, dat komt toch nog niet goed binnen.
Meestal is de boodschap: dit mag niet (veters in stopcontact), maar dit mag wel (papa's schoen vullen met speelgoed). Dan is hij weer afgeleid en leert hij wat wel de bedoeling is.
Als hij dan toch echt kwaad wordt om iets wat niet mag en een driftbui krijgt, dan leg ik hem uit dat het echt niet kan/mag en laat ik hem even boos zijn. Boosheid is immers ook een normale emotie. Zolang hij maar niks sloopt of iemand pijn doet. Terwijl hij boos staat te zijn ga ik hardop in zijn favoriete boek bladeren: "He kijk nou... een kraan! En een paardje!". Als de ergste boosheid er dan vanaf is, raakt hij nieuwsgierig, komt hij lekker tegen me aan zitten en kijken we samen in zijn boek en is alle boosheid weer voorbij.
Allerbelangrijkste is dat je consequent blijft in wat je wil, als je nee zegt, blijft het nee. Anders is het heel verwarrend en roept dat veel boosheid op