Getallen bevallen niet.
Voor iedere vrouw is de beval situatie uniek. Statistieken hebben per definitie betrekking op grote groepen, en zeggen niets over ons als individu. Om als vrouw goed door een gewone bevalling te komen is het noodzaak dat je de verloskundige begeleider leert kennen en er wederzijds vertrouwen wordt opgebouwd. Er moet een relatie bestaan die doorlopend is. Dus de verloskundige
(maximaal 2) die je leert kennen gedurende de zwangerschap is ook bij de bevalling aanwezig. Die begeleider moet haar/zijn kennis, intuïtie, ervaring en inzicht in jou (sociale) situatie kunnen gebruiken bij je individuele beval proces, dat uniek en dus iedere keer weer anders is. Niemand kan voorspellen hoe je gaat bevallen, omdat het altijd een kwestie is van heel je persoon (en die is veranderlijk) je lichaam, geest, geschiedenis, je huidige toestand en de kracht op dat moment. Een geboorte is per definitie onvoorspelbaar; het verloop kan nooit vooraf worden voorspeld of berekend! En dat onvoorspelbare maakt veel begeleiders bang. Niet nodig om bang en onzeker over bevallen te worden, de natuur heeft het goed geregeld, meer dan 80% van alle bevallingen zal spontaan verlopen als er met de individuele kenmerken van de hele vrouw en haar omgeving wordt gewerkt. Dat heet de kunst van het begeleiden!
Verder moet je hoofd zetten dat getallen niet bevallen! Het gebruik van de statistieken, die gebruikt worden bij de berekening en voorspelling van risico’s, maakt dat je als individuele vrouw een naamloze zaak wordt waarop statistieken van grote groepen van toepassing zijn, en dit is zeer misleidend. Het is onomstreden dat verloskundigen en artsen met statistieken moeten kunnen werken om ‘overall’ zicht te krijgen, maar ze moeten tegelijk beseffen dat statistieken hun beperkingen hebben en het individu daarin niet te vangen is.
We mogen vooral nooit uit het oog verliezen dat het bij bevallen altijd gaat om een ‘unieke situatie’ van een specifieke ‘unieke vrouw’! Het is dus zeer irrationeel om alleen naar statistieken te kijken en die te gebruiken als wapen en om risico’s over bevallen te communiceren. De angst die zo wordt opgewerkt doet vrouwen vaker besluiten in een ziekenhuis en bij de specialist te gaan bevallen. Onnodige medicalisering is dat, die ook nog eens geld oplevert voor ziekenhuizen en vrijgevestigde specialisten. Door blind af te gaan op alleen statistieken geven de begeleiders dus blijk van weinig of geen oog te hebben voor de ‘unieke situatie’ van de vrouw, haar nog ongeboren kind en haar sociale omgeving. Bevallen in de eigen omgeving met een bekende eerstelijns begeleider is uiteindelijk beter voor moeder en kind.
De Miranda formuleert de zaken rond het gebruik van cijfers bij Zembla als volgt:
’De gegevens van bijna 97% van alle vrouwen die in Nederland bevallen worden geregistreerd door hun verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en sinds kort ook door de verloskundig actieve huisartsen. Deze gegevens komen samen bij de stichting Perinatale Registratie Nederland. Doel van de perinatale registratie is de kwaliteit van de zorg te verbeteren, door bij de data - verzameling het gehele proces door de verschillende disciplines heen te volgen.
Hierdoor vallen bepaalde zaken op die vervolgens nader onderzocht kunnen worden. De overzichten zijn voor iedereen toegankelijk (www.perinatreg.nl/publicaties), dus ook voor de onderzoeksjournalisten van Zembla (en voor vrouwen!!!). Daar hadden de onderzoek journalisten kunnen zien dat er geen stijging is van de sterfte rondom de geboorte (perinatale sterfte) na de 41 weken, integendeel er is een daling van 0.30% (3 op de 1000) bij een zwangerschapsduur van 37 tot 41 weken naar 0.22% (2 op de 1000) tussen de 41 en 42 weken tot 0.17% (een krappe 2 per 1000) na de 42 weken. Dit kan een aanwijzing zijn dat de selectie van zwangerschappen met een laag risico in Nederland naar behoren verloopt’. (bron: Tijdschrift voor verloskundigen, december 2009.
Uit dit alles is op te maken dat het je goed de cijfers moet kunnen interpreteren en in gedachten moet houden dat het onzinnig is ‘alleen’ op cijfers af te gaan.
Vraag bij nog blijvende onzekerheid informatie bij Dr. Esteriek de Miranda, verloskundige en onderzoeker E.demiranda@amc.uva.nl.
Tine Oudshoorn, verloskundige en consultant