De temperatuurmethode
Eén methode om je eisprong te bepalen is de temperatuurmethode. Bij
deze methode is het belangrijk om elke ochtend (te beginnen bij de
eerste dag van je menstruatie) voordat je s'morgens uit bed gaat je
temperatuur op te nemen. Het is echt belangrijk dat dit gebeurt voordat
je uit bed gaat, omdat daarna je temperatuur omhoog gaat. Ook is het
belangrijk om elke dag rond dezelfde tijd te temperaturen. Dit kan
gewoon met een gewone thermometer gebeuren. Een digitale is heel
makkelijk, omdat je hier heel precies je temperatuur van kan aflezen.
Als je elke ochtend je temperatuur noteert in een grafiek (die je
hierboven kunt downloaden) zul je zien dat in het eerste gedeelte van
je cyclus je temperatuur lager is. (Bijvoorbeeld 36.4 of 36.6). Nadat
je eisprong heeft plaatsgevonden neemt je temperatuur toe. Dit moet
minimaal 0.3 graad schelen met je voorgaande temperatuur (bijvoorbeeld
36.9 of zelfs boven de 37), en pas nadat het minimaal drie dagen
aanhoudt, kun je er vanuit gaan dat je eisprong heeft plaatsgevonden.
Je temperatuur blijft daarna hoog totdat je menstruatie optreedt.
Treedt deze niet op,omdat je zwanger bent, dan blijft je temperatuur
hoog. Het kan voorkomen dat je wel eens een dag hebt waarop je
temperatuur lager is, waardoor hij op het niveau is van een hoog punt
uit de lage periode. Dit geeft niet, als je temperatuur gemiddeld maar
hoger is dan voorheen. Je temperatuur kan namelijk ook schommelen door
bijvoorbeeld weersomstandigheden, doordat het 's nachts opeens kouder
of warmer is dan voorheen, doordat je een griepje onder de leden hebt,
je laat naar bed bent gegaan of alcohol hebt genuttigd. Al deze dingen
zijn van invloed op je temperatuur. Voor het nemen van een juiste
temperatuur is een nachtrust van minimaal 8 uur van belang.
Ovulatietest
Tegenwoordig zijn tests in de
handel waarmee je kunt bepalen wanneer het een gunstige periode is om zwanger te raken.
Bij de apotheek of bijna iedere drogist is een dergelijke test ‘vrij’
verkrijgbaar. Deze test kan je heel eenvoudig thuis uitvoeren. De gebruiksaanwijzing is
voor de meesten eenvoudig, waardoor het bijna niet mis kan gaan. Met een ovulatietest kan
vooraf worden bepaald wanneer je ovuleert, in andere woorden wanneer een eisprong
plaats vind. Ongeveer 24 tot 36 uur voordat de eisprong plaatsvindt, neemt in de urine
de hoeveelheid van het Luteïnise-rend hormoon (LH) toe. Dit hormoon bereidt het
baarmoederslijmvlies voor op de mogelijke innesteling van een bevruchte eicel. Gedurende
het grootste deel van de menstruatiecyclus is het gehalte LH in het lichaam zeer laag.
Vlak voor de ovulatie stijgt dit echter sterk. Het gehalte wordt dan meetbaar in de urine.
De ovulatietest meet of er veel van dit hormoon in de urine aanwezig is. De ovulatie vindt
gewoonlijk plaats binnen 24 tot 48 uur nadat het gehalte LH in de urine op z'n hoogst is.
De kans dat je nu na seksueel verkeer zwanger raakt, is dan het grootst.
De uitslag van de test is na 5 minuten bekend, maar moet binnen 10 minuten na aanvang van
de test worden afgelezen in verband met verkleuring van het vakje.
Bij laboratoriumtests bleek het testresultaat in meer dan 99% van de gevallen juist te
zijn.
Een ovulatietest is nauwkeuriger dan de temperatuurmethode. Met de temperatuurmethode
wordt namelijk pas achteraf vastgesteld dat de ovulatie heeft plaatsgevonden. De
ovulatietest daarentegen geeft aan dat de eisprong binnen 24 tot 48 uur zal plaatsvinden