Hoi Sarah,
De kleur of doorzichtigheid zegt niets over de kwaliteit van moedermelk; je kunt er vanuit gaan dat de kwaliteit van jouw melk gewoon goed is. De eerste melk die je kindje binnenkrijgt als ze bij jou aan de borst drinkt, ziet er wat waterig uit; dit wordt voormelk (= dorstlesser) genoemd. Naarmate de voeding vordert, wordt de melk steeds vetter; voormelk gaat langzaam over in achtermelk (= hongerstiller). De achtermelk is de voedzamere, vettere melk die je kindje nodig heeft om een verzadigd gevoel te krijgen en om lekker te gaan groeien. Als een kindje niet goed is aangelegd, kan hij/zij de borst niet goed leegdrinken en zal hij/zij niet goed aan de vette achtermelk toekomen. Het kindje is dan niet lang tevreden met een voeding en zal niet voldoende groeien. Ook kan het zijn dat een kindje niet voldoende tijd krijgt om de borst goed leeg te drinken, bijvoorbeeld als je 2 x 10 minuten gaat voeden. Het kan even duren voordat de melk ook daadwerkelijk toeschiet en wanneer het kindje net goed en wel aan het drinken is, wordt het van de borst gehaald omdat het tijd zou zijn voor de andere borst. In dit geval krijgt komt het kindje ook niet genoeg aan de vette achtermelk toe.
Om de borst goed leeg te kunnen drinken is het dus heel belangrijk dat je kindje goed is aangelegd. Wanneer je je kindje aanlegt, ligt ze met haar buikje tegen jouw buik; haar hoofdje en ruggetje liggen in een rechte lijn, zodat ze haar hoofdje niet hoeft te draaien om bij jouw borst te kunnen komen. Haar neusje ligt tegenover jouw tepel. Nu moet je kindje haar mondje wagenwijd opendoen; dit kun je eventueel stimuleren door met je tepel langs haar lipjes te strijken of zelf een grote hap voor te doen (het werkt echt!). Pas als ze haar mondje wagenwijd open heeft (neem geen genoegen met een tuitmondje) en haar tongetje steekt iets uit, haal je je kindje rustig naar je toe en leg je haar aan. Je tepel, maar ook een groot gedeelte van je tepelhof verdwijnt in haar mondje. Haar neusje en kinnetje raken jouw borst en haar lipjes zijn naar buiten gekruld. Nu zal je kindje korte zuigbewegingen gaan maken om een toeschietreflex op te wekken. Zodra de melk begint te stromen, begint ze met lange halen te drinken. Je ziet haar kaakjes bewegen, haar wangetjes zijn bol en je hoort de melk naar binnen klokken. Als je kindje goed is aangelegd, mag ze zo vaak en zo lang uit de borst drinken als ze wil. Laat je kindje één borst helemaal goed leegdrinken (zo komt ze ook goed aan de vette achtermelk toe; als ze voldaan is, zal hij uit zichzelf de borst loslaten) en bied de andere aan als toetje. Je kindje krijgt nu ook voldoende achtermelk, waardoor ze beter zal gaan groeien en ze zal langer tevreden zijn met een voeding.
Als je kindje niet goed is aangelegd, kun je haar van de borst halen door je pink in haar mondhoek te leggen; leg haar daarna rustig opnieuw aan.
Eventueel zou je gelijk na het voeden nog even na kunnen kolven; je kolft dan de vette achtermelk en dit kun je je kindje dan weer gelijk na geven. Je voedt je kindje dus eigenlijk bij met moedermelk. Wanneer je gaat bijvoeden met kunstmatige zuigelingenvoeding, zal je kindje minder vaak bij jou gaan drinken en zul jij minder melk gaan aanmaken; je bent dan eigenlijk de borstvoeding aan het afbouwen. Als je je kindje bijvoedt met afgekolfde moedermelk, hou je vraag en aanbod beter in evenwicht en zal het gemakkelijker zijn om je kindje volledig aan de borst te houden.
Heel veel succes!
Groetjes van Yvonne Z., mv Claudia