Hoi Hoi,
dit verteld mijn kinderschoenenspeciaalzaak.
De eerste schoentjes
Veel ouders begaan de vergissing te denken, dat hun kind zo gauw mogelijk moet gaan staan en lopen, want anders is er iets mis. Bovendien zit hier vaak een stukje oudertrots aan vast. Het best is echter ook hier niets te forceren. Het kind gaat staan en lopen, wanneer de natuur hiervoor het sein geeft. Gemiddeld gaat een kind lopen tussen een en anderhalf jaar; de meeste kinderen hebben dan schoenmaat ca. 21.
Voordat het kind aan de tafel staat en rond de tafel gaat lopen, kunt u leren slofjes kopen. Hiermee kunnen de kinderen goed kruipen en ook glijden ze niet uit als ze gaan staan. Belangrijk is wel dat de slofjes ruim zitten.
Als het kind goed aan tafel staat en rond de tafel begint te lopen, kan men overgaan tot het kopen van de zgn. babyschoentjes. Deze schoentjes zijn van heel soepel leer en ze belemmeren het voetje niet in de bewegingen. Er zit een stroef rubber zooltje onder en hier glijden de kinderen niet op weg.(een voorbeeld ervan staat op onze website:www.wilmo.nl) Vaak zijn de kinderen bang om te vallen, omdat ze zo vaak uitglijden, met deze schoentjes zijn ze iets zekerder.
Als ze goed rond de tafel lopen en al van de tafel naar de bank durven over te steken, komt het punt dat ze naar evenwicht gaan zoeken.
Vaak is het een kwestie van gedachte van het kind dat ze een bepaalde houvast moeten hebben.De eerste stapjes zonder houvast worden vaak gezet met een touwtje of een doosje in de handjes, waaraan het kind houvast denkt te hebben.Als het kind één maand stevig "los" loopt, wordt het pas tijd om aan echte schoentjes te gaan denken. Het kind mag in deze fase nog steeds veel op blote voetjes of op slofjes lopen in huis.Dit activeert de spieren het best en niets staat de natuurlijk groei in de weg.
Koud aanvoelende kindervoetjes zijn niet alarmerend. Er is voldoende vetpolstering aanwezig om bescherming te bieden. Belangrijk bij de eerste schoentjes is, dat ze smal van achter zijn met een stevig contrefort en breed van voren, omdat dit het model van de kindervoet in deze fase is.
De straatschoenen
Deze schoenen die ca. vanaf maat 24, 25 of 26 lopen, zijn steviger. Het kind gaat meer buiten spelen en fietsen. De schoentjes moeten veel steviger zijn. Ze hoeven niet meer zo breed van voren te zijn, omdat de voet al iets meer model krijgt. Belangrijk wordt ook de kwaliteit, de gebruikte materialen en de schoenconstructie.
Het Verbeningsproces
Als het kind pas geboren is, bevat het lichaam van de baby nog zeer weinig botten. Dit is nog kraakbeen. Dit kraakbeen wordt heel langzaam bot. Pas rond het 18e jaar is het totale lichaam verbeend. Dit verklaart ook het feit, dat als een klein kind van de trap af valt, het heel vaak geen botten breekt. Dit verklaart ook het feit, dat kleine kinderen vaak niet voelen, dat ze op te kleine of te smalle schoenen lopen.
Vaak loopt het kind op te kleine schoenen als het vaak struikelt (het kind heeft dan minder evenwicht). Als het kind echt te kleine schoenen aan heeft, moeten de schoentjes vaak twee maten groter zijn. In een uitzondering kan dit zelfs drie maten zijn, maar dan moet het kind eerst enkele weken op slappe schoentjes lopen zodat de voetjes weer hun normale lengte krijgen. Dan pas kunnen de voetjes goed gemeten worden.
Het corrigeren van de kindervoet
De term corrigeren is vaak niet goed. Onder de 4 jaar wordt er meestal zeer weinig veranderd aan de kinderschoentjes. Van 4 tot 8 jaar wordt er meestal ook nog niet zo drastisch aan de schoentjes veranderd. We praten dan ook niet over corrigeren, maar over sturen en begeleiden. Wel van zeer groot belang is in deze periode de keuze van de schoentjes die we aan het kind geven.
Gemiddeld rond het 7e levensjaar is het neuro-fysologisch systeem pas volledig ontwikkeld. Dit systeem heeft alles te maken met de spieren. Bepaalde korrekties hebben dus geen effekt.
De afwijkingen aan de voetjes kunnen we verdelen in aangeboren en verworven afwijkingen.
Er zijn maar heel weinig kinderen met aangeboren afwijkingen; vaak gaat het hierbij om afwijkingen die erfelijk zijn, die dus in de familie voorkomen, b.v. platvoeten of kinderen met bandenslapte (dit is te herkennen als we voeten en handen ver in bepaalde posities kunnen krijgen die voor een ander kind onmogelijk zijn, b.v. de duim helemaal tegen de pols kunnen krijgen). Voor deze kinderen is het dus op de juiste plaats houden van de gewrichten in de voet met stevige schoentjes.
Het percentage van de kinderen met verworven afwijkingen is daarentegen verschrikkelijk groot.
Vaak is het ook helemaal niet de schuld van de ouders, maar vaak zijn ook redenen te noemen als:
- Ondeskundig advies en dus verkeerd schoeisel
- Een periode waarin het kind ontzettend hard groeit
- Het kind moet in zijn milieu (school) met bepaalde schoenen om "erbij" te horen, terwijl dit nu toevallig heel slecht is voor de voeten.
Heel belangrijk is, dat het kind vanaf de geboorte alle fases van de ontwikkeling doormaakt. Iedere fase heeft zijn doel en moet het kind dus doormaken. De lichte x-stand van de beentjes is ook zo'n fase, die vanaf 8 maanden minder wordt.
De opeenvolgende opgroeifases van uw kind(met name over de voetjes)
De fases beginnen met de opgetrokken houding (baarmoederhouding).De baby heeft een bolle ruggenwervel. Van de voetjes is te zeggen, dat er nog weinig botjes inzitten; hiervoor in de plaats zit wel kraakbeen. De grote teen is meestal opgetrokken (zie afbeelding).
In de volgende fase kan de baby op zijn buik rollen en de ruggenwervel wordt al veel rechter. Het bekken kantelt al iets naar voren en het hoofdje iets verder naar achter. De beste slaaphouding is op de zij (om en om), tenzij uw arts anders voorschrijft. In deze fase is uw baby gemiddeld 3 Ã 4 maanden oud.
De volgende fase is, dat uw kind op de knieen gaat zitten (soms ook slapen op de knieen met het kontje omhoog). Deze fase is meestal rond de 4 Ã 6 maanden.
Het verbeningsproces gaat ook door. Het kraakbeen verandert langzamerhand in bot. Het kind wordt beweeglijk met armen en benen en ook het hoofdje kan het al beter omhoog houden. Dan volgt een belangrijke fase en dat is de kruipfase. Het is ook het beste voor uw kind, dat deze fase niet overgeslagen wordt. Dit heeft o.a. te maken met de coördinatie en een goede ontwikkeling van beide hersenhelften. Knieklachten kunnen komen op latere leeftijd, als deze fase wordt overgeslagen.
Na deze fase volgt het zitten en vooruit schuiven op het kontje en dan komt het optrekken en staan. Dit kan zijn als uw kind een half jaar is, maar ook kan het zijn, dat uw kind een jaar is of soms nog iets later.
Het gewicht van uw kind heeft hier ook in belangrijke mate mee te maken. Een zwaarder kind zal over het algemeen ook later gaan lopen (dit is ook beter, omdat de voetjes dan ook sterker zijn).
Leeftijden die ik gegeven heb tijdens de fases, zijn gemiddelde leeftijden. Ze kunnen heel goed nog eerder of later zijn. Ieder kind is anders en het geeft zelf aan wanneer het zover is. Wel is het verkeerd uw kind te veel te dwingen naar een volgende fase. Heel belangrijk voor de voetjes is, dat ze niet belemmerd worden in de groei. Let heel goed op de maat van de sokjes. Met te strakke sokjes creëren we de eerste afwijkingen.
Deze zaak zit helaas te ver weg voor jou. Rik zijn voetjes zijn electronisch opgemeten en ondanks dat hij al 3 maanden loopt zijn zijn voetjes nog erg 'baby'achtig. veel babyvet nog en nog een brede voorvoet. Maar omdat ie al zolang liep mocht hij al wel naar een 'straat'schoen. Wel met een brede voorvoet!!.
Rik zijn eerste flexibele schoentjes heb ik gewoon gehaald bij Van Haren (elephanten), ikben daar ook zeer tevreden over. Nu heb ik 'duurdere'schoenen gekocht van het merk Froxy!! erg leuk!!
Zo ik hoop dat ik je een beetje hebkunnen helpen!!
Succes meis!!
X Saskia