Ik zit op de w.c. en prevel tegen God, mijn voorvaders of wie dan ook: "Eentje, al is het maar 1 kindje en ik zal nooit nooit meer iets vragen". Ik hoor het mezelf mompelen. Is dit nu bidden?, vraag ik mezelf af. Het is in ieder geval iets, want ik merk dat ik in mezelf keer.
Mensen worden zwanger. Mensen gaan trouwen. Mensen verhuizen. Plotseling gaat het allemaal als een speer. Bij ons niet. Wij willen een kind. Wij zoeken nog steeds naar een geschikt huis, maar lijken in 'no-man's land' te dwalen en ook dit houdt verband met een kind. We gooien het trouwen nog maar even op de lange baan in verband met dat huis (praktisch en een dure grap) en tja... toch ook indirect door een kind. Alles lijkt te wijzen naar een kind dat niet bestaat, alleen in mijn hoofd. Ik droom wat af en ik word steeds stiller en voel me bijna een gevangene van mijn eigen droom.
Ik voel het ook aan de mensen om mij heen: zelfs mijn praatgrage familie lijkt het onderwerp kinderen te gaan vermijden, misschien wel omdat ze de stilte in mij voelen en daardoor zwijgzaamheid verkiezen als antwoord. Maar ik vermoed dat ze zichzelf beschermen tegen mijn verdriet.
Ik laat geen traan, maar als ik in de spiegel kijk, zie ik een gelaten blik. Leeg maar tegelijk onrustig. Ik elimineer onmiddelijk een toekomstflits die een moment haarscherp op mijn netvlies verschijnt als ik in de spiegel kijk: die van een verbitterde vrouw ten onder gegaan samen met haar vergane glorie. Ik knipper snel met mijn ogen, alsof ik mijn blik van dit angstige beeld wil losschudden.
Ik heb er een slecht gevoel over of het gaat lukken. De opmerkingen van mijn omgeving: "alles was toch goed, laat het los", slaat me onmiddelijk lam. Maar ook de opmerkingen: "ALS kinderen krijgen toch nog gaat lukken..." -een groot deel van mijn vriendenkring heeft mijn intuitieve karakter altijd serieus genomen, vind ik nu schrijnend. Niemand zegt het goede, niemand doet goed. Maar ik zeg niets. Voor het eerst in mijn bestaan heb ik geen woorden. Ik ben uitgeluld. Ik sta met mijn rug tegen de muur: de kijkoperatie heeft niets vreemds kunnen bespeuren, ondanks dat mijn menstruaties onherkenbaar zijn en de pijnen sinds de miskraam niet zijn weggegaan.
Wat moet ik. Ik voel me momenteel los van alles. Los van mijn eigen lichaam, los van mijn vriend -die ik het simpele feit niet kan verwijten dat hij een man is en daardoor nooit helemaal kan voelen wat ik voel, los van familie -die volledig opgaan in hun (klein)kroost, vrienden -de meesten met kinderen, los van de medische wereld en los van de essentie van het leven.
Ik kijk momenteel als een toeschouwer, stilletjes naar mijn eigen leven: een theaterstuk met mezelf in de hoofdrol en met een regisseur die nu aan de touwtjes trekt -een pedant mannetje met wie het niet al te best botert.
Oh ja, ik doe mijn ding nog steeds, alles gaat door, maar ik heb dan ook geen andere keus dan dat en mijn unheimische gevoel een plek te geven.
Lara
Mensen worden zwanger. Mensen gaan trouwen. Mensen verhuizen. Plotseling gaat het allemaal als een speer. Bij ons niet. Wij willen een kind. Wij zoeken nog steeds naar een geschikt huis, maar lijken in 'no-man's land' te dwalen en ook dit houdt verband met een kind. We gooien het trouwen nog maar even op de lange baan in verband met dat huis (praktisch en een dure grap) en tja... toch ook indirect door een kind. Alles lijkt te wijzen naar een kind dat niet bestaat, alleen in mijn hoofd. Ik droom wat af en ik word steeds stiller en voel me bijna een gevangene van mijn eigen droom.
Ik voel het ook aan de mensen om mij heen: zelfs mijn praatgrage familie lijkt het onderwerp kinderen te gaan vermijden, misschien wel omdat ze de stilte in mij voelen en daardoor zwijgzaamheid verkiezen als antwoord. Maar ik vermoed dat ze zichzelf beschermen tegen mijn verdriet.
Ik laat geen traan, maar als ik in de spiegel kijk, zie ik een gelaten blik. Leeg maar tegelijk onrustig. Ik elimineer onmiddelijk een toekomstflits die een moment haarscherp op mijn netvlies verschijnt als ik in de spiegel kijk: die van een verbitterde vrouw ten onder gegaan samen met haar vergane glorie. Ik knipper snel met mijn ogen, alsof ik mijn blik van dit angstige beeld wil losschudden.
Ik heb er een slecht gevoel over of het gaat lukken. De opmerkingen van mijn omgeving: "alles was toch goed, laat het los", slaat me onmiddelijk lam. Maar ook de opmerkingen: "ALS kinderen krijgen toch nog gaat lukken..." -een groot deel van mijn vriendenkring heeft mijn intuitieve karakter altijd serieus genomen, vind ik nu schrijnend. Niemand zegt het goede, niemand doet goed. Maar ik zeg niets. Voor het eerst in mijn bestaan heb ik geen woorden. Ik ben uitgeluld. Ik sta met mijn rug tegen de muur: de kijkoperatie heeft niets vreemds kunnen bespeuren, ondanks dat mijn menstruaties onherkenbaar zijn en de pijnen sinds de miskraam niet zijn weggegaan.
Wat moet ik. Ik voel me momenteel los van alles. Los van mijn eigen lichaam, los van mijn vriend -die ik het simpele feit niet kan verwijten dat hij een man is en daardoor nooit helemaal kan voelen wat ik voel, los van familie -die volledig opgaan in hun (klein)kroost, vrienden -de meesten met kinderen, los van de medische wereld en los van de essentie van het leven.
Ik kijk momenteel als een toeschouwer, stilletjes naar mijn eigen leven: een theaterstuk met mezelf in de hoofdrol en met een regisseur die nu aan de touwtjes trekt -een pedant mannetje met wie het niet al te best botert.
Oh ja, ik doe mijn ding nog steeds, alles gaat door, maar ik heb dan ook geen andere keus dan dat en mijn unheimische gevoel een plek te geven.
Lara