Als gezonde vrouw kun je staan en lopen tijdens de ontsluiting en uitdrijving.
Zit je op een baarkruk, dan maak je minder gebruik van de dynamiek van het bekken, je bekken staat in één stand, tenzij je vaak opstaat en met je heupen wiegelt, even de trap op loopt of even gaat buikdansen.
Dat op de baarkruk baren fijn een effectief kan zijn, blijkt uit de vorige reactie. Nadeel van de baarkruk is, dat je met aldoor blijven zitten de dynamiek van je bekken niet optimaal benut en er stuwing (oedeem) rond de vagina kan optreden, dat het weefsel meer kwetsbaar maakt (scheuren).
Vrouwen zijn geweldig geëquipeerd om gewoon te bevallen. Waarom zou je een baarkruk gebruiken als je staand kunt bevallen en je zo maximaal de ruimten in je bekken gebruikt. Ja, hurken is een probleem voor blanke vrouwen. Mijn collega Gré Keijzer ontwierp daarvoor een baarschelp, een hielondersteuning om stabiel te kunnen hurken tijdens de laatste 10 min. van het natuurlijke persen (niet op commando persen) bij een eerste bevalling. Geweldige resultaten heeft zij daarmee geboekt.
Dus bij gewoon bevallen is staan en lopen en je intuïtie volgen het meest natuurlijke en optimale gedrag. Liggen doen we als we niet lekker zijn. Bevallen is geen ziekte en een creatieve daad. Bij recht op blijven voel je beter wat er met je lijf gebeurd. Je bent overigens recht op ook minder kwetsbaar en meer gelijkwaardig aan je begeleider.
Krijg je staand of lopend ‘persdrang’ dan staat de schedel meestal al aardig diep in het bekken. Cursussen, verhalen van andere vrouwen, medisch onderwijs en videobeelden hebben ons geleerd ‘dan vooral actief te gaan persen’. NIET DOEN’, NIET NODIG bij gewoon bevallen. Veel goed onderzoek daarover is naar gedaan in de UK en de USA, zie de literatuurlijst hieronder.
De fysiologische voortgang van de uitdrijving (het persen) vertoont geforceerd persen helemaal niet! De overgang van ontsluiten naar persen is geleidelijk en deze overgang is zeer individueel en kent vele individuele varianten. Je moet letterlijk, fysiek en psychologische, klaar zijn om te gaan baren.
Bij staan en lopen en het eigen gevoel volgen, zal je intuïtief de juiste houding aannemen en op het juiste moment en met de juiste kracht persen, de ‘oerpers’ zal ik het maar noemen.
Zo op je gemak uitdrijven, laat het perineum geleidelijk oprekken en voorkom je onnodige schade. Veel minder scheuren en geen knippen!
Dus niks te vragen is het hoofdje te groot? Ben je mal … je kind past bij je als een kopje bij een schoteltje.
Het hoofdje past zich aan de situatie aan, (molleren, de schedelbladen schijven over elkaar heen) en als de uitdrijving geleidelijk gebeurd, geven we de schedel en het weefsel van de vagina alle tijd voor natuurlijke aanpassing. Immers het weefsel is losser en dikker geworden tijdens de zwangerschap en is klaar voor het doorlaten van de baby.
Je zal, als je zo recht op aan het bevallen bent, doen wat bij de mate van de indaling van het hoofd van je kind past. Je bent op je eigen wijze actief, voelt je betrokken. Sturing van de verloskundige heb je dan niet meer nodig. Ja, zij zal je support geven met haar zachte stem en stimulerende positieve woorden. Je bent dicht bij jezelf en zal flow kunnen ervaren.
Variëren van houding en het volgen van de signalen van je eigen lichaam zorgen op natuurlijke wijze voor optimale benutting van de beschikbare ruimte in je eigen bekken.
Je zal je heupgewrichten buigen of juist niet, afhankelijk van je lichaamsbouw, de bouw en de ligging van je baby en de mate van indaling van het hoofdje.
Wanneer het hoofdje van je baby ruim zichtbaar is, zal je de natuurlijke neiging krijgen in diepe hurkzit gaan zitten. Volg ook hier je gevoel, want als je voelt dat het dieper gaan hurken niet lekker voelt, blijf dan zo staan of zitten dat je je comfortabel en lekker voelt. Niet forceren. Je eigen signalen dus blijven volgen. Het kind komt er echt wel uit als je zover bent, geen probleem.
Dus wil je gewoon en zo natuurlijk mogelijk bevallen (zoals de natuur het heeft bedoeld) blijf dan vooral vertikaal en volg je intuïtie.
Literatuur
Arnold D, de Dios Yapita J, Murphy-Lawless J. Oudshoorn C, Tito M. (1998). Workshops op de altiplana, Bolvia: La Paz, Oroure en de Titicaci regio. Nacer. Gedeeltelijk gepubliceerde gegevens van een antropologisch/linguïstische studie. Data verzameling dmv action research met traditionele vroedvrouwen. ILCA: La Paz.
Byron A, Downe S (2005) Second stage of labour: challenging the use of directed pushing. Midwives. 2005;8:4:168-69. Enkin e.a. (ed) ( 2000). A guide to effective care in pregnancy and childbirth. 3th edition. Oxfort: University press en www. maternitywise.org/guide’.
Fletcher G (2006). RCM ’campaign for normal birth’ and the NCT; helping women fight fear of chilthbirth. Midwives. 9:2:63. Koster Y (2002). ‘On hands and knees’ Toepassing van de knie elleboog houding door eerstelijns verloskundigen in Nederland bij een achterste plaatsing van de foetale schedel. Eindwerk aangeboden ter verkrijging van de graad van vroedvrouw. Academie jaar 2001-2002. Provinciale en Katholieke Hogeschool, Hasselt, België.
Keijzer – Landkroon M (2003). Het ballet van de uitdrijving. Een positie en een hulpmiddel. In reader workshop ‘Happy Birth’ 2005 – 2008. Epen: Midwifery Business.
Keijzer – Landkroon M (2003-2007). De baarschelpmethode. Voordrachten in de workshops ‘On hands and knees’ 2003 en 2004 en in de workshops ‘Happy Birth’ 2005 t/m 2007. Epen: Midwifery Business.
Lebèfre Y (1995). Midwives without training. Practices and beliefs of traditional birth attendants in Africa, Asia and Latin America. Proefschrift. Universiteit van Groningen
Oudshoorn C (2005). The art of midwifery. MIDIRS Midwifery Digest. Vol:15(4), Dec 2005, 461-68. Schaffer J I, Bloom S L, Casey BM, McIntire DD, Nihira MA, Leveno K J. (2005) A randomized trial of the effects of coached vs uncoached maternal pushing during the second stage of labor on the pelvic floor structure and function. American Journal of Obstetrics and Gynecology. 192(5):1692–96.
Roberts J, Hanson L (2007). Best practices in second stage labour care: maternal bearing down and positioning. Journal Midwifery Womens Health. 52(3):238-45.
Walsh D (2007). Evidence-Based Care for Normal Labour and Birth. A guide for midwives. UK: Routledge:Taylor & Francis Group.
Tine Oudshoorn, verloskundige en consultant.